Begeleiden en evalueren
Binnen een duaal traject wordt een leerling begeleid op school én op de werkplek.
- Begeleiding en evaluatie door de school
- Begeleiding en evaluatie door de werkplek
- Ruimer kader begeleiding
In het onderdeel Matchen werd de rol van de mentor reeds kort besproken, in dit deel gaan we dieper in op de taken van een mentor wat betreft het begeleiden van een leerling.
Vooraleer men als werknemer kan ingezet worden als mentor voor een duale leerling, dient men een mentoropleiding te volgen. Het volgen van deze opleiding door de mentor is één van de voorwaarden om erkend te worden als bedrijf. Daarnaast moet met een mentor aanduiden die van onberispelijk gedrag is, 25 jaar oud is en ten minste 5 jaar praktijkervaring heeft in het beroep (ingeval van een relevante vooropleiding kan dit teruggebracht worden naar 23 jaar oud en minder dan 5 jaar praktijkervaring).
Indien de mentor nog geen mentoropleiding volgde, dient dit gerealiseerd te worden binnen een termijn van één jaar na erkenning (tenzij anders bepaald door de sector).
We verwachten op vakinhoudelijk en op sociaal vlak verschillende zaken van een mentor, maar deze zaken kunnen enkel verwacht worden als er wordt voldaan aan de verschillende voorwaarden van goed mentorschap.
Voorwaarden goed mentorschap
Uit onderzoek van KU Leuven, HIVA (2020) komt naar voren dat de rol van de mentor vooral het begeleiden en evalueren van de leerling inhoudt én het contact onderhouden met de schoolse aanbieder. Uit dit zelfde onderzoek blijft bijna de helft van de mentoren deze taak deelt met een collega.
Het onderzoek stelt dat de basis van het goede, succesvol mentorschap ligt bij de volgende 4 kenmerken:
1. de afstemming van de werkplek en de aanbieder: Hoe beter deze twee partijen op elkaar zijn afgestemd, hoe beter het duale traject kan lopen. Er dienen duidelijke, transparante afspraken gemaakt te worden over welke partij welke zaken zal opnemen. De verwachtingen van beide partijen dienen uitgeklaard te worden, een tool die hierbij kan helpen is het afstemmingskader. Het opleidingplan dient overlopen te worden zodat kan afgesproken worden wat de leerling op school zal leren, en welke competenties er op de werkplek zullen worden ingeoefend.
2. Match leerling - mentor: leerlingen geven aan nood te hebben aan een goede vertrouwensband met hun mentor, waarbij er genoeg tijd wordt vrijgemaakt door de mentor om de leerling bij te staan. Geduld is een schone deugd is ook van toepassing voor mentoren. Leerlingen hebben nood aan een veilige werkomgeving waarbij fouten mogen gemaakt worden en er tijd is om nieuwe zaken aan te leren op eigen tempo. Het is aan mentoren om meermaals dezelfde competentie te laten inoefenen en nieuwe vaardigheden aan te leren, deze vaardigheden zullen herhaaldelijk en op verschillende manieren dienen aangebracht worden. Ook de niet-schoolse aanpak door mentoren staat bij leerlingen hoog aangeschreven.
3. Startcompetenties leerling: Mentoren verlangen een duidelijk inzicht in de startcompetenties van de leerling die zij zullen begeleiden, vooral betreffende de generieke competenties en de sociale vaardigheden. Ondernemingen geven aan dat wanneer de attittudes en motivatie van de leerling goed zit, de vaktechnische competenties vlot aangeleerd kunnen worden.
Het ontwikkelingsperspectief is hierbij zeer belangrijk, we spreken over startcompetenties waarbij nog veel ruimte en tijd dient gemaakt te worden voor groei.
4. Voldoende één op éénbegeleiding: een flexibele begeleiding op maat van de individuele noden van de leerling is cruciaal voor een geslaagd duaal traject (Nouwen, Van Caudenberg, & Winnelinckx, 2018). Dergelijke begeleiding wordt sterk beïnvloed door de maturiteit en ondersteuningscapaciteiten van de mentor.
Inhoud goed mentorschap
Mentoren hebben enerzijds een rol op sociaal vlak en anderzijds een rol op het vlak van vakinhoudelijke competenties, hierbij horen verwachten we van de mentor zowel pedagogische als vaktechnische vaardigheden.
Sociale rol
De sociale rol van de mentor is niet te onderschatten, in de eerste plaats is de mentor een vertrouwenspersoon, een luisterend oor voor de leerling. Daarnaast fungeert hij als tussenpersoon tussen leerling en bedrijf, de mentor kadert de organisatiecultuur en (ongeschreven) regels en afspraken.
De mentor zorgt ervoor dat de leerling zich welkom voelt op het bedrijf, laat de leerling bij de start van het traject kennismaken met de werking van het bedrijf en de collega's.
Vakinhoudelijke rol
Naast de sociale verantwoordelijkheden, heeft de mentor ook de rol als opleider. Hij deelt zijn kennis, vaardigheden en attitudes en stimuleert dit bij de leerling. De mentor begeleidt de leerling dagelijks doelgericht bij het aanleren en inoefenen van competenties. Hij doet dit door zaken te demonstreren, te laten inoefenen van constructief bij te sturen.
Voorafgaand aan het duaal traject, stemmen school, leerling en bedrijf af rond het individueel opleidingsplan van de leerling en is het voor al deze partijen duidelijk welke competenties op welk moment in het traject zullen worden aangeboden, ingoefend en geëvalueerd.
In bijgevoegd competentieprofiel staan in totaal 7 competenties omschreven waaraan een mentor moet voldoen om een kwalitatief duaal traject te garanderen. Er is sprake van
- pedagogische competenties
- coachende competenties
- evaluerende competenties
- beroepsgerichte competenties
- organisatorische competenties
- teamcompententies
- levenslang leren
De concrete invulling van de competenties kan je hieronder uitgeschreven terugvinden:
![]() |
Competentieprofiel van een mentor |
Samengevat kan een mentor een groot verschil maken in het traject en de slaagkansen van de leerling. Door nauwe communicatie en een intensieve samenwerking met de school, kan er kort op de bal gespeeld worden en kan de leerling optimaal ondersteund en bijgestuurd worden. Een voorbeeld kan je hier terugvinden:
Samenwerking en communicatie met de school kan geoptimaliseerd worden door het gebruik van eenvoudige tools om het leerproces van de jongere te monitoren.
Zoals bijvoorbeeld onderstaand opleidingsplan met een overzicht van de verschillende aan te leren competenties en wanneer en waar de jongeren dit zal aanleren. Hieraan gekoppeld kan de feedbackagenda een handige tool zijn om de voortgang van het leerproces van de jongeren op te volgen en bij te sturen.
Naast de verschillende competenties opgelijst in het opleidingsplan, is het ook interessant om de softskills van de jongere in kaart te brengen en te evalueren, dit kan aan de hand van het voorbeeld in bijlage:
![]() |
Voorbeeld opleidingsplan logistiek duaal |
![]() |
Bespreken van softskills op de werkvloer |
![]() |
Feedbackagenda |
