Matchen
Een goede afstemming tussen school, leerling en werkplek is van cruciaal belang voor het slagen van een duaal traject.
Hier staan we stil bij het matchingsproces dat gebeurt nadat de leerling (of trajectbegeleider) een bedrijf heeft gevonden. Wil je meer info over het zoeken naar een bedrijf? Ga dan terug naar het deeltje informeren.
Als je streeft naar een ideale samenwerking tussen school en bedrijf, is het belangrijk om een aantal stappen te ondernemen. Er zijn daarbij 3 vragen waar je best een antwoord op vindt.
- In welke werkplek komt mijn leerling terecht?
- Heeft de werkplek een juist beeld van mijn/een leerling en het duaal traject
- Wie zal wat doen tijdens het duaal traject?
We staan kort stil bij de vragen en bekijken wat deze exact inhouden en op welke manier je hiermee aan de slag kan gaan. Je behandelt deze vragen het best tijdens een opstartgesprek, waar je ruim de tijd neemt om al deze vragen te beantwoorden.
1. Heeft de werkplek een juist beeld van mijn/een leerling en het duaal traject?
Begint jouw leerling in een bedrijf dat voor het eerst een duale leerling zal begeleiden? Dan zullen er waarschijnlijk nog tal van vragen zijn rond duaal leren. Hoewel het Vlaams Partnerschap Duaal Leren of het Sectoraal partnerschap verantwoordelijk is voor de erkenning van het bedrijf, kan het in de praktijk zijn dat je als school de eerste informatie over het traject zal moeten geven om het bedrijf al dan niet te motiveren om een erkenning aan te vragen.
Veel informatie over duaal leren kan je natuurlijk al vinden op deze website, maar het is ook goed om stil te staan bij duaal leren op jullie school. Welke school zijn jullie, welke duale trajecten bestaan er bij jullie voor welk niveau, wat is de visie van jullie school en welke waarden dragen jullie uit? Deze en nog veel andere zaken kunnen helpen om het bedrijf een beeld te geven van duaal leren binnen jullie school. Een informatiebrochure kan helpen om deze informatie vorm te geven.
Daarnaast is het ook uiterst interessant om te kijken welke leerling terecht zal komen binnen het bedrijf. Als trajectbegeleider breng je jouw leerling in kaart en bespreek je wat de leerling al goed kan, welke competenties hij al onder de knie heeft, wat hij graag doet en wat zijn keuzes zijn, op welke manier hij graag werkt en welke ondersteuning hij nog nodig heeft. Om al deze zaken in kaart te brengen, kan je bijvoorbeeld werken met een leerlingenpaspoort.
2. In welke werkplek komt mijn leerling terecht?
De werkplek heeft ongetwijfeld veel vragen voor de trajectbegeleider en de leerling, maar omgekeerd wil de trajectbegeleider zelf ook graag weten op welke werkplek zijn duale leerlingen kunnen terechtkomen. Werkplekken bestaan er namelijk in verschillende soorten en maten. Je hebt bijvoorbeeld éénmansbedrijven, KMO’s en grote bedrijven die allemaal een heel andere manier van aanpak vergen. Maar dat zijn niet de enigste verschillen. Bedrijven hebben verschillende arbeidsinhoud (vb. soorten taken), arbeidsomstandigheden (vb. soort bedrijf), arbeidsvoorwaarden (vb. vergoeding), en arbeidsverhoudingen (vb. bedrijfscultuur). Ook van de werkplek moet je dus een beeld kunnen vormen alvorens te weten of het een goede match zal zijn. Het is dan ook interessant om dit samen met de werkplek te bespreken. Eenmaal je een beeld hebt van de werkplek, kan je die naast het beeld van de jongere leggen en kijken of het een match is; een beetje zoals in Blind Getrouwd.
3. Wie zal wat doen tijdens het duaal traject?
Op voorhand spreken school en werkplek het best af wie wat zal doen tijdens het duaal traject. Enerzijds sta je het best stil bij de organisatorische zaken; welke taken doet wie, wie communiceert naar waar, wie begeleidt de leerling, wie evalueert,… Duidelijk stellen welke rollen wat opnemen binnen het traject zorgt voor helderheid. Hiaten kunnen op die manier gevonden en opgelost worden. DUOplus ontwikkelde een afstemmingskader dat gehanteerd kan worden tijdens het opstartgesprek tussen school en werkplek.
Van zodra je ervan overtuigd bent dat de leerling en de werkplek een goede match zal zijn, kan je ook inhoudelijk verder afstemmen. Welke competenties moet de leerling allemaal bereiken en waar kan hij hieraan werken? Deze doelstellingen komen terecht in een opleidingsplan.
Voor elke leerling wordt – op basis van het standaardtraject, de specifieke noden van de leerling en de context van de werkplek – een individueel opleidingsplan uitgewerkt door de trajectbegeleider, in overleg met de leerling en de onderneming. In het opleidingsplan is het individuele leertraject van de leerling opgenomen, inclusief de afstemming van het leerprogramma tussen de aanbieder en de werkplek van de leerling. Ook als een leerling extra ondersteuning nodig heeft (zie deel 7.4 Extra ondersteuning), moet dit geduid worden in het opleidingsplan. Het opleidingsplan wordt ook als bijlage toegevoegd aan de overeenkomst. Voor leerlingen uit het BuSO wordt het opleidingsplan opgenomen in het handelingsplan - Omzendbrief duaal leren en de aanloopfase SO/2019/01